Lieve oma,
Ik wilde graag iets schrijven voor u. Maar voorlezen kan ik gewoon niet zelf, en tegelijkertijd vind ik het ook lastig om te beginnen.
Op zondag de 11e kreeg ik bericht dat ik negatief was getest op het corona virus, en in de auto ging ik naar het ziekenhuis toe. Ik wilde u nog een laatste keer zien, en daar hadden we nog even tijd samen.
Ik weet het, ik was naïef, maar stiekem hoopte ik dat het niet de laatste keer zou zijn. Dat u beter zou worden. Maar dat werd u niet.
Een laatste groet, een laatste kus, een laatste gesprek. Dat is wat we konden hebben.
Die week zou u mijn vriend ontmoeten. Hij wachtte beneden in het ziekenhuis, maar u vroeg zelf of hij naar boven zou willen komen. U wilde hem ontmoeten.
Zorg je goed voor haar?’, werd er gevraagd door u.
‘Ja’, zei hij ‘dat beloof ik’.
En dat doet hij, oma. Hij zorgt erg goed voor mij.
Ik had het nog even over de tijd dat u mijn ‘partner in crime’ was. Net na het overlijden van opa, gaf ik aan dat ik stiekem wilde beginnen met mijn rijlessen. Ik wilde niet dat veel mensen ervan af wisten, want mijn faalangst was gewoon groot.
Ik kreeg uw reserve sleutel, en wij begonnen het avontuur. Terwijl mijn ouders dachten dat ik 2 keer per week bij de fysio zat, kwam ik 2 keer per week bij u.
Silvia wist ervan, en mijn beste vriendin
1 keer hadden mijn ouders het bijna door. Terwijl wij wachtte op mijn rijles, belde mijn ouders om te vragen of u thuis was. ‘Ja hoor, kom maar langs’, werd er verteld.
Ik ging met spoed terug naar mijn eigen straat. Maar ik wilde niet opgehaald worden in mijn eigen straat, want dalijk zagen de buren mij. Nee, ik belde de rijinstructeur, of hij mij kon ophalen bij de bushalte in de buurt.
Helaas had ik voicemail, dus met klotsende oksels wachtte ik maar bij de bushalte, hopend dat hij Voicemail op tijd had afgeluisterd.
Maar nee, minuten gingen voorbij, en ik belde u om te vragen of hij daar toevallig stond. En ja hoor, de rijinstructeur stond op mij te wachten. ‘Ik ga wel even naar beneden’, hoorde ik zachtjes. Ik denk dat u in de gang stond, te fluisteren. En met een excuus ging u naar beneden, want ‘de brievenbus moest gecheckt worden’.
Zo kwam de instructeur toch naar mij toe en heb ik mijn rijbewijs dus gehaald.
Mijn rijbewijs hebben we samen behaald. Als ik er alleen zat, liet u een stukje chocolade achter, met een briefje ‘eet maar op’, dit briefje heb ik nog steeds.
Na jaren in hetzelfde huis gewoond te hebben, moest u er toch aan geloven en ging u verhuizen. U wilde u heel veel foto’s weggooien. Maar dat wilde ik niet. Maanden zijn we samen bezig geweest om foto’s uit te zoeken. U had verhalen, al die verhalen die ik ondertussen langzamerhand ben vergeten.
‘Zijn dit alle foto’s, oma?’, vroeg ik. Zeker was u ervan. ‘Ja, dit waren ze allemaal!’ Maar we hebben meer foto’s gevonden. Allemaal foto’s die in het album horen die we samen hebben gemaakt. Wanneer het kan, plak ik de rest van de foto’s erbij.
Als u bij ons kwam eten, had ik altijd mijn vaste taak. Als u wegging, pakte ik de snoeppot. Altijd een dropje of een pepermuntje. De snoeppot blijft langer vol.
Even een telefoontje tussendoor. Tussen afspraken door. Dat kan nu niet.
Een ‘groetjes’
Een ‘doei…doei….doei…’, als we de telefoon op moesten hangen. Uw stem hoor ik in mijn hoofd, maar ik hoor het niet. Het is alsof ik uw stem voel.
Gek op de honden was u. Als ik met yeti langskwam, dan kreeg de hond eerst de koekjes, en dan pas ik. Ik weet waar mijn plaats was als kleinkind. Onder de hond.
Wij hadden nog plannen, we zouden de Euromast nog opgaan. Maar toen was het te koud, toen te warm en toen kwam corona.
Als het weer mogelijk is, dan ga ik. En dan neem ik u mee. Mocht het mogelijk zijn, dan neem ik uw zussen
U laat een leegte achter. Ik denk dat iedereen zich daarin kan vinden. Iedereen die bij deze dienst is, achter de computer meekijkt, en iedereen die u heeft gekend.
Ik hoop dat ik maar een klein deel van de vrouw mag worden, die u bent geweest.
Dank u wel voor alles. Voor alles wat u mij heeft geleerd en wat u heeft nagelaten.
– Mariska
Een laatste groet aan oma
Dit bericht is geplaatst in Gedachtengang met de tags corona, dagboek, dagboek van een semi volwassene, oma. Bookmark de permalink.