Deel 4: De weken na de borstsparende operatie

De dag daarna verliep goed. Ik had besloten om mijn drains een naam te geven. Dit, zodat het makkelijker was om ze mee te nemen. Het kinkt veel leuker om te zeggen ‘Ik moet Jan, Karel, Kim, Klaas, Angela en Nel niet vergeten’. Dan een ‘Ik moet een zakje vol met drains niet vergeten’. 
Ik mocht de tweede dag ook eindelijk lopen, en samen met de verpleegkundige ging ik naar een speciaal kamertje met een grote spiegel. In dat kamertje werden vaker ‘onthullingen’ gedaan. 

Ik stond voor de spiegel, en de verpleegkundige hielp mij met uitkleden. En daar stond ik dan. Ik wist niet perse wat ik moest of wilde zeggen. Ik keek naar mijn nieuwe lichaam. Het lichaam zonder borsten met cup E. Het lichaam zonder tepels, en het voelde gek genoeg oke. 

‘En? Wat vind je ervan?’ 
‘Niet veel. Ik ben blij, omdat ik hiervoor heb gevochten. Mensen die hiervan af dachten te weten, gaven aan dat het niet nodig was. Dat ik het niet moest doen. Ik ben blij’

Deze reactie had de verpleegkundige niet verwacht. Ik weet bijna zeker dat ze had verwacht dat ik al huilend op de grond lag. Rouwend naar wat ik had. Naar wat ik terug wilde.

Ze liep met mij mee, en de volgende dag werd ik eindelijk ontslagen uit het ziekenhuis. Het waren 3 lange dagen. Ik mocht mijn zakje met drains mee nemen naar huis.

De drains mochten er maximaal een week inzitten. Om nog even een beeld erbij te geven, aan allebei de kanten had ik 3 drains. Die eindigde in potten. Dat betekende dus 6 potten die ik overal mee naar toe moest slepen voor die week.
Als er een bepaald aantal milliliter in de pot zat, moest ik naar de mammacaere verpleegkundige. Zij haalde vervolgens de drain eruit, en voelde ik mij weer wat minder zwaar.
De mammacare verpleegkundige zijn verpleegkundige die gericht zijn op de operaties die met de borsten te maken heeft.

De week was apart. Sowieso had ik mijn borstband nog om, en mijn BH die ervoor zorgde dat alles op zijn plaats was. Dit moest ik de komen de 6 weken sowieso dragen.
Maar er waren nog een paar andere leuke regels.
– Voor 6 weken mogen de handen niet boven de hoofd komen
– Geen zware dingen tillen.

En ik zal jullie vertellen, je weet hoe vaak je je handen boven je hoofd doet, als het niet mag.

Maar goed, terug naar die week. Die week was zwaar. Ik vergat de drains geregeld. En als ik het vergat, voelde ik mijzelf teruggetrokken worden als elastiek.
Toen de drains er eenmaal uit waren, voelde het fijn.

Ik had nog 2 weken rust, en toen ging ik elke week terug naar de verpleegkundige om mijn tissue expanders bij te vullen. In de tissue expander zit een magneet, waar de ingang van de expander zit.  Zij gingen met een magneet over mijn borst, om vervolgens een grote naald met vloeistof te pakken, en het er zo in te prikken.

Je zou denken dat de eerste operatie het moeilijkst was? Borsten eraf, totaal nieuw lichaam. Maar NEE! Het moeilijkste was om te beslissen wanneer mijn ‘borsten’ groot genoeg waren. En dat is moeilijk. Ik had het voor het zeggen. Wanneer voelde iets goed?

Maar uiteindelijk voelde het goed. Het zag er goed uit. Ik gaf aan dat het goed voelde, en er werd een afspraak gemaakt voor bij de plastisch chirurg mijn tissue expanders om te wisselen naar echte siliconen.

Wat ik nu ga zeggen, weet ik nog zo goed. Het was 1 van mijn laatste keren dat ik mijn siliconen bij liet vullen. Ik liep het ziekenhuis uit, en ik zag de bus staan. Ik moest voor de bus rennen. Maar ik stopte ineens, en barste in lachen uit. Dit, omdat het voelde alsof ik zeeziek werd van mijn eigen tissue expanders. Het was natuurlijk gevuld met zoutoplossing.

Ik zag de bus wegrijden, maar het maakte mij niet uit. Ik moest gewoon lachen. Lachen om mijzelf.

Dit bericht is geplaatst in Medisch verhaal met de tags , , , , , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *